De mannenkookclub
“Nou mannen, de mise-en-place is gedaan dus het wordt tijd om de gerechten door te geven. De salade met avocadomousse, pancetta en wat gedroogde tomaatjes is een makkie.
Een kwestie van mooi opmaken en zet maar in. En ik heb vier mannen nodig die zich aan de 15 hoofdgerechten wagen. Ze moeten wel binnen 8 minuten perfect op tafel staan! Kom op collega koks, een confit de canard met een beetje aardappelpuree en wat boontjes moet toch geen probleem zijn?”, lach ik ze toe.
Slechts enkele minuten later staan er vier mannen druk te overleggen hoe ze het treintje gaan maken om de gerechten zo vlot mogelijk door te geven. Als ze na druk overleg van start willen gaan leg ik de boel stil. “Waar is een sauslepel, waar is je koksdoek en wie controleert de randen van de borden voordat ze uitgeserveerd worden? Koken doe je voor 70% met je hoofd, 30 % met je handen en 100% smaak. Ik dacht dat dit leermoment de vorige keer goed was overgekomen? Je bent niet op je werk! Vandaag geen potloodjes slijpen, bammetjes eten, en zo snel mogelijk toedeledookie naar huis.”
Ze raken hierdoor een beetje getergd. “Acht minuten mannen, geen seconde later”, hits ik ze op om ze de spanning van een professionele keuken te laten voelen.
Een van de heren geeft het startschot en ze gaan als gekken tekeer. Ik zie een prachtige trein van borden met daarachter knalrode, verhitte hoofden. Halverwege het doorgeven zie ik bij een van hen de puree aan de oren kleven en bij de ander de het warme ganzenvet langs zijn schoenen lopen. Intussen roepen ze naar elkaar dat het tempo omhoog moet. En ik hoor achter in de keuken een kleine gvd nadat iemand zijn handen verbrandt.
Heerlijk op te zien hoe zulke fanatieke mannen, die normaalgesproken in een restaurant relaxed zitten te wachten op dat hoofdgerecht, op de kookclub met de harde werkelijkheid van het koksvak te maken krijgen. Per les zie je ze groeien en wordt hun honger naar vakkennis gestild.
Maar het leukste is dat ik regelmatig chef-koks uit Delft en omgeving spreek om bij te praten. Laatst eindigde er een met de mededeling dat er weer iemand van ‘mijn’ kookclub in ‘zijn’ restaurant had gegeten. “Jeetje Yuri, wat een wijsneus zeg. Om gek van te worden!”
Lachen hé!
Yuri Verbeek